'Als tiener heb ik een paar jaar getennist, maar het viel me toch wel erg zwaar dat ik elke week naar de tennisclub moest fietsen.
Tot zover mijn sportcarrière.'
Met sport had journalist Nienke van Leverink (30) niks. Tot ze begon met boksen en na verloop van tijd flinke bulten op haar bovenarmen
ontdekte. Spieren??
Ik ben liever lui dan moe, neem liever de lift dan de trap en ik ben allergisch
voor fietsen. Als kleuter zat ik op ballet, totdat een teleurstellend optreden
in theater De Speeldoos in Zaandam mij voorgoed de danslust benam. Als tiener
heb ik een paar jaar getennist, maar het viel me toch wel erg zwaar dat ik elke
week naar de tennisclub moest fietsen. Tot zover mijn sportcarrière.
Maar als de 30 nadert, voel ik ineens de aandrang 'iets' aan sport te doen.
Alles om de ras naderende dood op afstand te houden. Hoe ik erbij kom op boksles
te gaan, weet ik niet meer, waarschijnlijk te veel geïnstagramd. In Amsterdam
vind ik een boksschool voor vrouwen: BoxingFun. Dat lijkt me wel wat.
Mijn broers komen niet meer bij als we weer eens met het hele gezin bij elkaar
zijn. 'Jij, boksles?', schateren ze. 'Met deze twijgjes?' Ze knijpen in mijn
bovenarmen tot ik begin te krijsen en mijn moeder afwezig zegt: 'Hè jongens,
laten jullie haar wel heel', zoals ze al dertig jaar lang doet.
Patserig
De dinsdagles van BoxingFun vindt plaats in de sportschool van American Fitness,
in de Blasiusstraat in Amsterdam.
De vloer van de zaal bestaat uit een grote mat en in de spiegel, die de hele
achterwand beslaat, kan ik mijn bewegingen zien. De andere vrouwen dragen gekleurde
windsels om hun handen en polsen, en hebben hun eigen handschoenen. Ik mag de
eerste lessen een paar van Harriet, de bokslerares, lenen. Bokshandschoenen
dragen voelt stoer, een beetje patserig, maar dat vind ik leuk. Zo vaak kan
ik niet stoer zijn. We beginnen met een warming-up. Jumping jacks, combinaties
oefenen voor de spiegel, in hoog tempo. Ik heb het gevoel dat mijn longen zich
nooit meer zullen herstellen en dan moet de echte les nog beginnen.
Harriet is lenig en snel, met een bos krullen en rinkelende sieraden, als een
elegante hippie. Ze had ook yogaleraar kunnen zijn. Ze is het tegenovergestelde
van hoe ik ben: ze komt uit een sportieve familie en heeft van kinds af aan
veel gesport, waaronder kickboksen. Op volwassen leeftijd heeft ze zich eerst
op tae-bo en daarna op het boksen gericht. Al snel wist ze dat ze het minst
hield van sparren: 'Ik heb die ringtijger niet in me.' De training eromheen,
dat vindt ze leuk. Tegenwoordig geeft ze alleen nog boksles aan vrouwen.
Het is gek te bedenken, met Nederlandse vrouwelijke boksers aan de wereldtop,
maar toen Harriet in 2002 BoxingFun oprichtte, was ze de enige vrouwelijke boksleraar
in Amsterdam en ook de enige die bokslessen voor vrouwen gaf. Voor die tijd
trainde je als vrouwelijke bokser wel met vrouwen, maar ook met mannen.
'Er wordt met boksen vaak geen rekening gehouden met vrouwenlichamen', zegt
ze. 'Ik wilde in mijn lessen nuances aanbrengen. Ik vind het kicken als vrouwen
zich ervan bewust worden dat hun lichaam veel meer kan dan ze denken.
Het is voor mij nooit een probleem geweest om te boksen met mannen, maar ik
zag dat er vrouwen waren voor wie het prettiger was om dat onderling te leren,
in een veilige en relaxte omgeving, voordat ze het aandurfden in de mannenwereld.
Er zijn verschillende redenen waarom vrouwen naar mijn lessen komen: ze hebben
een nare ervaring gehad tijdens het stappen, of hun relatie is uitgegaan, of
ze houden van sporten en willen de kunst van het boksen in de vingers te krijgen.
Zoveel vrouwen, zoveel redenen om te boksen.'Wat de sport betreft, ziet ze geen verschil
tussen mannen en vrouwen.
'Boksen draait om techniek en tactiek, niet zozeer om kracht. Wel zie ik, generaliserend
gesproken, een verschil in mentaliteit. Mannen komen binnen en vertrouwen op
hun kracht. Die denken: ik ben sterk, dus ik kan boksen.
Vrouwen denken: ik moet het leren. Zij snappen dat techniek ze meer oplevert.'
Kip eten
Mijn asportiviteit speelt me bij deze sport duidelijk parten. Ik heb moeite
verschillende ledematen tegelijk te coördineren, mijn bovenlichaam blijkt volledig
vastgeroest en ik sla mezelf nog geregeld in mijn gezicht. In de loop van de
lessen ontwikkelen de beginners zich tot ervaren deelnemers en blijf ik almaar
beginner.
'Ik heb het gevoel dat ik alleen maar achteruitga', klaag ik tegen Harriet.
Die is wel eerlijk, maar niet wreed. Het is even stil, terwijl ik haar zie nadenken
over een passend compliment.
'Maar je bent een plaatje en dat is óók wat waard', zegt ze dan en geeft me
een knuffel. 'Weet je nog hoe je er in het begin bij stond en moet je nu eens
zien!'
Zo'n lerares is ze wel. Ze motiveert iedereen op haar eigen manier. Ze koopt
kraamcadeautjes voor de jonge moeders in mijn klas. Ze geeft een leerling die
net weer heeft gebokst na een blessure haar lesgeld terug. Ze is zo zen als
een lotusbloem. Maar wat ze met mij aanmoet, weet ik ook niet.
Volgens mijn vriend moet ik na elke training kip eten. Naar zijn uitleg luister
ik niet, maar ik ben dol op kip, dus ik eet het braaf. Een paar weken na het
begin van mijn nieuwe regime strijk ik over mijn bovenarm en schrik me dood.
Wat voel ik daar? Is het een tumor? Een ingekapselde tweelingzus van wie ik
het bestaan nooit heb vermoed?
Het blijkt mijn triceps te zijn, die ik zelf heb opgekweekt. Zo trots als een
pauw laat ik iedereen voelen - voorzichtig! - en probeer er zelfs mijn broers
mee te imponeren. Die bulderen van het lachen en nemen me in de houdgreep, terwijl
ik roep: 'Niet zo! Je moet een linkse stoot geven en dan kom ik terug met een
rechtse!'. Mijn moeder maant ze me heel te laten.
Conditie
De Spier motiveert me om door te zetten. Ik trakteer mezelf op bokshandschoenen
en bandage. Ik heb voor het eerst ervaren dat je iets aan je lichaam kunt veranderen
door aan sport te doen. Een volkomen nieuw inzicht. Niet dat het er door dit
nieuwe inzicht beter op wordt. Het duurt maanden voordat ik het gevoel heb dat
ik mee kan komen, en dan nog vergeet ik vaak mijn handen terug naar mijn hoofd
te trekken of blijft mijn onderlichaam stilstaan.
Toch kan ik ineens zware voorwerpen tillen. En ongemerkt gaat ook mijn conditie
vooruit. Als ik met een vriendin meega naar een proefles zumba, verveel ik me
dood. Waarom wordt er om de drie minuten pauze gehouden? Waarom bewegen we niet
sneller? Ik ben verbaasd over dit nieuwe fanatisme.
Als aan het eind van de boksles wordt geroepen 'veertig lang, veertig hoek,
veertig op, lopen!', gooi ik niet de handdoek in de ring, maar probeer ik nog
sneller en harder te gaan.
Dit is raar.
Kwaad
Boksen doe je eigenlijk met je voeten. De voeten bepalen het tempo, de snelheid
en de afstand.
Boksen is eigenlijk een denksport. Het vergt veel concentratie om jezelf te
verbeteren. Voor een eigenwijs iemand als ik is het ideaal om de strijd met
jezelf aan te gaan.
'Boksen moet indalen', zegt Harriet. 'Het begint in je hoofd. Dan moet je je
hele lichaam leren gebruiken, tot je voeten aan toe. Boksen doe je eigenlijk
met je voeten. De voeten bepalen het tempo, de snelheid en de afstand.'
Mijn omgeving vindt dat boksen maar wat interessant, vooral de mannen. Als ze
mijn bokshandschoenen zien, moeten ze die allemaal even passen en elkaar wat
meppen geven.
'Denk maar niet dat je nu van een dronken, agressieve gast kunt winnen', waarschuwt
Harriet. 'Wat ik jullie wél probeer mee te geven, is je bewust te worden van
je reikwijdte. Dat je op straat weet dat je kunt doen wat nodig is. Maar als
iemand met maaiende armen op je afkomt, moet je net zo goed wegwezen. Dat heeft
niets meer met boksen te maken.'
Inmiddels boks ik al bijna twee jaar. Elke dinsdag zie ik er tegenop, zo zal
het altijd blijven met mij, maar toch ga ik, concentreer me, mep totdat ik paars
zie en eet daarna kip. Waarom? Ten eerste word ik gretig van de uitdaging om
de techniek te perfectioneren.
Er zijn vrouwen die al eeuwen bij Harriet boksen en zeggen dat ze nog blijven
leren. De focus is vergelijkbaar met die van yoga. Na een uurtje boksen is je
hoofd leeg.
Wat mij ten slotte blijft aantrekken, is dat het de enige plek is waar het er
niet toe doet dat ik een vrouw ben. Je mag slaan zo hard als je wilt, je hoeft
er niet aantrekkelijk uit te zien of je te verontschuldigen.
Boksen is niet voor nette meisjes. Het is met je benen uit elkaar staan, een
beetje inzakken en stoten uitdelen met alles wat je hebt.
'Maak je nou eens écht kwaad', wordt weleens gezegd. Als je zweet, paars ziet
en helemaal kapot bent gegaan, was het een goede les.
Ik voel me sterker door de wetenschap dat ik dit kan.